Sprachen Besser Sprechen
Verben
Alle Kategorien
Zeigt 101 - 125 Zurück | Weiter
Rendre visite (besuchen)
Aimer (geniessen)
Oublier (vergessen)
Arriver (passieren)
Se rendre compte (bemerken)
Représenter (repräsentieren)
Enlever (ausziehen)
Conduire (fahren)
Emporter (tragen)
Etre reconnaissant (wertschätzen)
Rentrer (zurück kommen)
Se concentrer (konzentrieren)
Mélanger (rühren)
Tirer (ziehen)
Planifier (planen)
Gagner (gewinnen)
Coûter (kosten)
Cuisiner (kochen)
Recevoir (erhalten)
Aimer (sorgen)
Vendre (verkaufen)
Pouvoir (können)
Exister (existieren)
Débattre (streiten)
Avoir peur (fürchten)
